Lectori Salutem
Op basis van misschien één of hooguit enkele werken heeft men zich denkelijk een beeld gevormd van mijn identiteit als architect: reden dacht ik om op deze website het werk breder en toegankelijker te laten zien.
Mijn tijd is op, vandaar deze terugblik in een reeks beelden, die overigens niet in tijdsvolgorde staan.
Ik zag mijn ontwerpwerk graag als een bijdrage aan de gebouwde geschiedenis, die teruggaat op plaatselijke tradities maar ook voorgaat naar jaren voorbij mijn laatste dag.
Het liefst schetste ik het werk van oude bouwmeesters en werd er getimmerd met traditioneel gereedschap. Schilderen deed ik nog met een kwast en olieverf en in mijn ontwerpen wilde ik de cultuurhistorie van de bouwplaats laten voortleven. Maar bouwkunst kan niet anders dan eigentijds zijn. Wetgeving, functioneel programma en bouwtechniek zijn nu eenmaal van de orde van de dag. Ook de mode oefende onwillekeurig en zelfs tegen mijn wil zijn invloed uit. En je wilt toch vernieuwen: een ontwerp met een eigen karakter leveren, een origineel, gevormd naar de persoon van de opdrachtgever en ontwerper, een gebouw of meubel van nu dat het misschien langer dan de ontwerper zou kunnen uithouden.
Het tegenwoordig zo populaire design met vorm als hoofdmotief was mij inhoudelijk te mager. Het moet gaan over de betekenis die aan het gebouw is af te lezen, of die nu op het technische vlak ligt dan wel in de functie, de randvoorwaarden van de opdracht, de opdrachtgever, de tijdgeest of de omgeving van de bouwlocatie.
Wanneer de tijd betekenis toevoegt door slijtage, verbouwingen en verandering van gebruik is dat alleen maar welkom. Ik was zelfs geneigd om een uitgesleten hardstenen stoep of een roestig gevelanker opnieuw te gebruiken. Zelfs het knoeiwerk van opeenvolgende directeuren van het Fries museum of van de kopers van afgeschreven postkantoren droeg bij aan een, weliswaar treurige, geschiedenis die aan het gebouw is af te lezen.
Stads- en dorpsgezichten brengen de cultuurgeschiedenis van onze samenleving in beeld, plaatsvast, onvervreemdbaar: het mooist waar diverse markante individuen zich in hun maatschappelijke samenhang tonen, samen in de rooilijn, aan straat of plein.
Als een huis kijkt naar de openbare ruimte of het landschap, en daar kennelijk van geniet, dan geniet die ruimte ook van dat huis.
Waar, zoals tegenwoordig, de individualiteit wordt onderdrukt met welstands- of bestemmingsplanregels en waar seriematige huizen schuilgaan achter hagen en parkeerstroken gaat de betekenis van architectuur teloor.
Het werk is deel van je dagelijks leven en wordt mede bepaald door je verhouding tot mensen en dingen. Vandaar dat ook mijn familie, het eigen huis en erf, het landschap van de Friese kwelderklei en het wad, mijn meubels en bootjes, ons pluimvee en de Belg Bella, helaas in 2011 gestorven, deze website illustreren.
Onze gebouwde omgeving is een zich steeds vernieuwend, maar gelukkig ook goeddeels blijvend, zelfportret van een eeuwenoude samenleving. De Architectuur zorgde dat het hier en daar een optimistisch beeld werd van een cultuur met zelfrespect. Ik hoop daaraan te hebben bijgedragen.
Credits
Mijn bouwplannen zijn uiteraard in samenwerking uitgewerkt, waarbij menig medewerker een aanzienlijke bijdrage leverde. Zo kwam het woonhuis met galerie De Boer-Waalkens in samenwerking met vriend en collega Thon Karelse tot stand. Anoul Bouwman had een forse inbreng bij de uitbreiding van het Fries Museum. Haiko Meijer werkte geïnspireerd o.a. aan de roeivereniging de Hunze. Mijn compagnon Doeke van Wieren was co-architect van vele plannen waaronder bijvoorbeeld het gemeentehuis Zuidhorn, een woonhuis in Gaastmeer, het appartementencomplex rond de Karperkuil in Hoorn, drie glazen woontorens te Emmen, de Tagrijn in Hellevoetsluis, en samen vernieuwden we de oude maalderij De Eendracht in Burdaard om ons buro daar een nieuwe start te geven. Piet Gorter tekende de mooie crèche in Crystalic te Leeuwarden en de woningen op een parkeergarage in Hellevoetsluis en Anne Dorenbos bijvoorbeeld een woninguitbreiding in Zuidhorn. Later werden ze allen zelfstandig architect. Bauke Tuinstra, mijn opvolger, voltooide het natuurmuseum op Ameland. Veel anderen nog zorgden dat onze plannen ook adequaat gerealiseerd werden. Herman Nijholt stond voor de technische kwaliteit en contractuele correctheid. Rob Wagter maakte vrijwel alle modellen, bouwde verscheidene kunstwerken en timmerde mee aan het buro. Alex van der Meulen was jarenlang mijn administratieve steun en toeverlaat.
De laatste jaren werd mijn werk onder de vlag van GDA in Burdaard voortgezet en voltooid. Inmiddels is het buro herdoopt tot TWA.
GD
++++
Mijn portret werd geschilderd door Gerrit Breteler in 2007.
De Drascombe GIG-romp bouwde ik met zoon Berent om tot een cabincruiser, die de Waddenzee bezeilde en ons naar Scandinavië en Schotland bracht.
Lectori Salutem
An image of my identity as an architect is often formed while it is based on only one or a couple of my works: a reason to present my work wider and more accessible.
Moreover: The past has pushed aside the future, the more reason for a flashback in a series of images, not necessarily in chronological order.
The ambition was to see my work as a contribution to the built history, which can be traced back to local traditions, but also proceeds to the years beyond my last day. I preferred to sketch the work of old architects and for my carpentry traditional tools were used. For painting I used a brush and oil paint and in my designs I wanted the cultural history of the site to be continued.
But architecture cannot be anything but contemporary. Legislation, functional programme, and building techniques are the order of the day, indeed. Even fashion has influence, inadvertently and against my will. Yet, you want to innovate, deliver a design with character, an original shaped after the person of the principal and the designer, a building or a piece of furniture that may last longer than I lived.
Form as the principal motive, the nowadays so popular ‘design’, did not have my interest. The point is that the implied significance must be read from the building, whether this is in the technical or the functional field, in the limiting conditions of the commission, the personality of the principal, or the surroundings of the building site.
The significance which time adds by means of wear, renovations and alteration in use, is more than welcome. I was inclined to use a worn bluestone doorstep or a rusty wall anchor again. Even the sloppy work of successive curators of the Fries Museum or of the buyers of written-off post offices contributed to a, however sad, history which can be read from the building.
The sight of towns and villages pictures the cultural history of our society, inherent and bound: most beautiful where various striking individuals show themselves in their social coherence, on the building alignments, on a street or a square. If a house looks at the public space and landscape, and apparently enjoys the sight, the space, in turn the surroundings will enjoy seeing that house.
Whenever individuality is suppressed by building regulations and zoning plans and where series of houses hide behind hedges and parking places, the significance of architecture is destroyed.
Your work is part of your daily life and is determined also by your relation to people and things. Therefore, my family, our house and farmyard, the landscape of the Frisian salt marshes and shallow waters, my furniture and my boats, our poultry and our (Belgian) horse Bella, who died in 2011, illustrate this website.
Our built environment is constantly renewing itself, but fortunately also a largely lasting self portrait of an age-old society. Architecture provided in spots an optimistic image of a culture with self-respect. I hope to have contributed to this but: Alas I’m ready now.
Credits
My building plans, naturally, were developed in cooperation; many others contributed considerably.
For the Waalkens residence and Gallery I worked together with my friend and colleague Thon Karelse. Anoul Bouwman contributed considerably to the extension of the Fries Museum. Haiko Meijer worked with inspiration on the rowing club “De Hunze”. My associate Doeke van Wieren was fellow architect of many plans, among them the town hall of Zuidhorn, a residence in Gaastmeer, a block of flats around the Karperkuil in Hoorn, three glass housing towers in Emmen, the Tagrijn in Hellevoetsluis and together we renovated the old mill “De Eendracht” in Burdaard, a fresh new start for our office. Piet Gorter designed the beautiful nursery in Crystalic in Leeuwarden and the houses on an underground car-park in Hellevoetsluis. And Anne Dorenbos designed an extension to a house in Zuidhorn. Later, they all became independent architects. Bauke Tuinstra, my successor, completed the nature-museum on Ameland. Many others took care of the adequate realization of our plans. Herman Nijholt took responsibility for technical quality and contracts. Rob Wagter made nearly all models, built several works of art and worked as a carpenter for the office. For years Alex van der Meulen was the prop and stay of the administration.
The last few years my work was continued and completed under the name of GDA in Burdaard. The architect’s firm is now called TWA.
GD
++++
My portrait was painted by Gerrit Breteler in 2007.
I converted the Drascombe Gig hull with son Berent into a cabin cruiser, which we sailed on the Waddenzee and in Scandinavia and Scotland.